In gesprek met...

In gesprek met...

Maria Voets, vrijwilliger

De vragen worden gesteld door Jeanette



Maria, fijn dat je hier bent, welkom! Mooi dat je uitgenodigd bent door Marieta. Hoe ben je met het Rouwcafé in aanraking gekomen?

Dat is nu bijna 5 jaar geleden. Toen mijn vorige LAT-relatie, ik spreek over vorige, want ik heb daarna nog een LAT-relatie gehad, is overleden. Hij had longkanker met uitzaaiingen naar de hersenen, en is door een maagbloeding toch vrij snel in het proces overleden. De huisarts belde mij met de mededeling: er bestaat een Rouwcafé. Mocht je behoefte hebben dan kan ik je dat van harte aanraden. Ik dacht: ik kom uit een heel grote en hechte familie, met een gezin van 9 kinderen waar ik de oudste van ben, en ik heb een goede vriendenkring, dus dank je wel voor de moeite! Ik vind mijn weg wel. Maar in diezelfde week is mijn moeder overleden en de vader van een heel lieve vriendin. Zij hebben geen afscheid kunnen nemen. Ik heb afscheid kunnen nemen, van mijn moeder, van mijn vriend. Zij niet, dus ze had het zo enorm zwaar. En toen zei ik: zullen we samen naar het Rouwcafé gaan? En dat hebben we gedaan. Ik moet zeggen, door de tijd heen heeft het haar goed geholpen; ze heeft haar eigen weg weer gevonden. Ze had een baan, dus andere prioriteiten. Ze bezoekt het Rouwcafé nu niet meer. 


Maar dat is ook de bedoeling van het Rouwcafé toch? 

Ja, eigenlijk wel. Ik bleef en werd op een gegeven moment gevraagd of ik gastvrouw wilde zijn. Ik dacht ‘goh, ik heb tot mijn 70e gewerkt, ik kan ook vrijwilligerswerk gaan doen. Niet alleen dingen die ik voor mezelf leuk vind. Ook iets voor een ander betekenen. Dit is iets wat op mijn lijf geschreven is. En zodoende ben ik aan het Rouwcafé blijven hangen. 


Wat heeft het Rouwcafé jou gebracht als deelnemer?

Je bent er met lotgenoten. Mensen zeggen tegen mij: dat is zeker allemaal over verdrietige dingen. Dan ga je toch helemaal verdrietig weer weg? Dan zeg ik: nee hoor, er komen fijne gesprekken tot stand. We kunnen ook wel lachen zelfs en dan ga je weer fijn naar huis. Want, en dat is het fijne, de mensen om je heen leven allemaal met je mee. In de alledaagse praktijk maak ik mee dat mensen zeggen: ja nou is het wel een jaar geleden, nou hoeven we het er niet meer zo over te hebben. Zelfs in de winkel, dat je iemand een andere gang in ziet schieten, ze weten zich geen raad, want wat kunnen ze zeggen. Maar jij zit veel dieper met je rouwproces als die mensen. Ze hebben wel met je te doen maar ze weten het niet goed, ze denken dat ze je moeten troosten. Eigenlijk heb ik vaak meer de mensen moeten troosten. En daarom vind ik het waardevol dat je als lotgenoten elkaar een steuntje in de rug kunt geven. Want iedereen beleeft rouw op zijn eigen manier. En de een kan er nou eenmaal makkelijker over praten en bij de ander ligt het als een steen op de maag, zit dat in de weg. En bij de één gaat het vlotter dat het lichter wordt dan bij de ander. Je bent welkom in het Rouwcafé zolang jij dat nodig vindt. Juist in deze tijd met corona is het zo belangrijk omdat mensen het nu nog meer nodig hebben.

Verder is er de eerste zondag van de maand een Samen zijn. Dat is een ontspannen bijeenkomst. We spreken ergens af en je kunt gezellig babbelen onder het genot van een kopje koffie of warme chocolademelk. Het is op de eerste zondagmiddag van de maand, heel fijn. 

En we hebben sinds kort Jong Ontmoet voor jongeren met een verlies en Ontmoet Anders één keer per maand, waar ik dan ook weer gastvrouw bij ben. Zo breidt zich dat uit, en daar ben ik zelf bij. Als ik dat niet zou willen dan kan ik ook nee zeggen. 


Hoe ervaar jij Ontmoet Anders, wat doen jullie?? 

De eerste keer hebben we een mandala getekend. En de tweede keer, vlak voor Kerst, hebben we een klein doosje in elkaar geknutseld. Zilverkleurig of goudkleurig en daar kon je dan een klein kadootje indoen ofzo. Het is nog in een opstartfase. Er is begeleiding. De deelnemers mogen met ideeën komen. Maar ik vind dat lastig, ik ben niet zo creatief. Maar ik ontdek wel dat ik meer dingen kan dan ik dacht. Dus ik moedig iedereen aan, probeer het gewoon. 

Dat is wel fijn want daar is het zware ervanaf. Soms gebeurt het in een bijeenkomst dat iemand heel emotioneel wordt, dan moet die persoon de energie ervan los kunnen laten, dat is goed. Tijdens Ontmoet anders ben je met je handen bezig. Om door bezig te zijn je zinnen er even te kunnen verzetten. Het is minder zwaar, zelfs vrolijk soms en dat is ook heel fijn.


En Maria, Marieta vertelde ook dat je veel verliezen kent. Ze vroeg zich af: Hoe kom je er elke keer weer bovenop?

Mijn vader is plotseling aan een hartstilstand overleden. Toen was ik al getrouwd en had mijn eerste zoon. Mijn moeder hield haar verdriet voor zich, ik heb dat niet gezien. Maar haar moeder overleed kort daarna en toen kwam het verdriet bij mijn moeder een beetje los. 

Ik heb mijn moeder als een heel sterke vrouw gezien na het overlijden van mijn vader. Met 6 minderjarige kinderen er alleen voor staan! Ze kon heerlijk koken. Ze had de fijne keuken geleerd in jaar jeugd. Dat was heerlijk voor ons! En ze zat nooit stil, al was het maar verstelwerk, altijd bezig. 

Na een huwelijk van 20 jaar ben ik gescheiden, waar ik heel verdrietig van was. We hebben samen wel twee geweldige zonen ter wereld gebracht. Mijn kinderen, kleinkinderen en familie zijn mijn grootste rijkdom!

Wij zijn zeer hecht in de familie. Ik ben mijn zwager in 2015 na lang dialyseren en een geslaagde niertransplantatie door complicaties zeer snel verloren. Mijn zus is in 2018 overleden. Ze had de ziekte van Kahler en is na veel behandelingen overleden aan een aneurysma. 


Onlangs heb je ook nog verliezen gehad, Maria?

Een heel goede vriendin uit mijn jonge jeugdjaren. Ze kreeg borstkanker, na 5 jaar was ze weer schoon maar daarna kwamen allerlei klachten, het laatste jaar ziekenhuis in en uit en uiteindelijk dan overleden. Dat kwam heel hard aan, harder dan ik gedacht zou hebben. 


Het was iemand die vanaf jouw jeugd in je leven was?

Zij was de spil van ons vriendenclubje, zij zorgde voor de nieuwe datum het volgende jaar, iedereen was zo druk, maar die afspraak stond. En altijd met elkaar meeleven, lief en leed. Een van de vrienden verloor een zoon aan een auto-ongeluk. Dan zijn we er voor elkaar. En nog steeds. We kennen elkaar zo goed, dat we net die snaar weten te raken om elkaar tot steun te zijn. 

Na het overlijden van mijn vriendin, in coronatijd, hadden ze haar mooi opgebaard in hun huis met foto’s om haar heen van 2 jaar ervoor toen ze 50 jaar getrouwd waren. En er was een geweldige bloemenzee. We zijn als clubje vooraf aan het afscheid geweest. We hebben herinneringen opgehaald en ook kunnen lachen zelfs. Want zo is het leven, het is niet een en al kommer en kwel. En het was heel fijn dat we bij het afscheid konden zijn. 

Theo was mijn laatste relatie, ik kende hem al heel lang van het dansen van vroeger. Hij kreeg longvlieskanker. Er was leeftijdsverschil, maar dat gaf niks. Hij was heel belangstellend naar wat ik allemaal meemaakte. Hij heeft mij in alles gesteund. Hij had jaren ervoor zijn vrouw verloren en het kostte hem toch wel een jaar om te herpakken. We kenden elkaars partners. Het was niet nieuw, dat was fijn. Ik trof hem weer bij de fietsclub, en daar begon hij weer over dansen. Ik dacht ik dans graag, ik ga wel een keer kijken.  Het was hartstikke gezellig en ik dacht: gewoon doen! Ik kreeg nierstenen en lag in het Jeroen Bosch ziekenhuis. Daar woonde hij vlakbij en hij kwam elke dag langs. Dan weer met kersen, dan met bonbons. Ze zeiden tegen me: dat is er niet een van de fietsclub die even langskomt haha! Ik zag het in zijn ogen! Ik had wel mijn partner net verloren maar achteraf ben ik zo blij, zo blij! Ik heb met hem nog een fantastische tijd gehad.


Wat een mooie afsluiting van het interview!


Heb je nagedacht wie je zou willen voordragen voor het volgende interview?

Yvonne is volgens mij nog niet aan de beurt geweest. Want die doet zoveel achter de schermen, daar hebben de mensen totaal geen weet van. Er zit bij haar een spirit, een kracht, geweldig! 


En daarmee sluiten we het interview af. Dank je wel Maria voor je mooie bijdrage aan het Rouwcafé.


Marieta van Dinther, vrijwilliger

December 2021 - De vragen worden gesteld door Jeanette




Hoe ben je in aanraking gekomen met het Rouwcafé?

Omdat ik zonder werk zat ging ik naar de Sollicitatieclub, samen zijn met ander werkzoekenden. Atie Catsburg, de organisator, zei toen dat het voor mij wel een goed idee was om naar het Rouwcafé te gaan. 


Wat is de reden van je komst naar het Rouwcafé?

Door mijn ontslag had ik ook een rouw, ik kon niet werken voor een andere baas, te bang om zo weer ontslagen te worden.


Hoe was het met jouw rouw om bij het Rouwcafé te zijn? 

In het begin wel wennen omdat de meesten, natuurlijk, een dierbare waren verloren, In het begin was er nog iemand die zijn werk was verloren, daar heb ik wel een paar gesprekken mee gehad. Daarna heb ik mij vermengd met de rest van de groep. Fijne gesprekken gehad en ook meer mensen leren kennen.


Wat heeft het Rouwcafé je gebracht?

Veel mensen ontmoet en een paar beter leren kennen waardoor we ook op andere dagen gingen afspreken. Door er een paar maanden heen te gaan, kwam ik erachter dat ik meer hulp nodig had dan alleen goede gesprekken en tips. Bij Germien in therapie gegaan, bij haar praktijk Labyrinthoss een paar sessies gehad. 


Je bent van deelnemer naar organisator van “Samen zijn” op de eerste zondag van de maand gegroeid. Hoe ging dat?

Germien vroeg een mij of ik op zondagmiddag wandelingen kon organiseren. Sommige deelnemers van het Rouwcafé vonden de zondag de ergste dag van de week. Ik vond het een goed idee, alleen als ik weer werk had en op zondag moest werken dan was dat wel moeilijk te regelen. Ik heb hulp gevraagd tijdens een ochtend en met oud deelnemer Corina een route bedacht. De eerste wandeling was op 4 november 2018. In 2019 hebben we nog zo'n 6 keer gewandeld. Om meer mensen te betrekken is in 2020 het wandelen gestopt en gaan we samen iets drinken ergens in Oss. Helaas is het door corona een aantal keren niet doorgegaan.


En wat valt je op bij de deelnemers? Wat brengt het hen?

Er zijn een vast aantal deelnemers die komen als ze niks anders gepland hebben op zondagmiddag. Heel soms komt er een nieuw iemand, vanuit zichzelf of via een andere deelnemer. Als we dan weer naar huis gaan merken ze dat ze een leuke middag hebben gehad, beter dan alleen thuis zitten. 


Wie zou je de volgende keer aan het woord willen laten?

Maria Voets, ze heeft Theo (begin 2021) en al meerder mensen verloren. Wat houdt haar op de been? En wat drijft haar om themabijeenkomsten te (gaan) organiseren?

 


Dank je wel voor dit interview en het kiezen voor Maria! En dank voor al je inzet die je vrijwillig doet voor het Rouwcafé. 




Adri Kuijsters, vrijwilliger

Op 22 november 2021 - De vragen worden gesteld door Jeanette


Fijn dat ik je mag interviewen Adri. Hoe ben jij ooit met het Rouwcafé in contact gekomen?

Via mijn overbuurvrouw: Freddy (van Eerd, uitvaartverzorging Tempus). Zij heeft ons begeleid na het overlijden van mijn vrouw. Naderhand zei ze: “Is het Rouwcafé niks voor jou?” Ik dacht, dat is niks voor mij, maar ik ging wel. Na die eerste keer vroeg ze: “Wat vond je ervan?” En ik zei:” Ik ga er nooit meer naar toe!” Er gebeurde zoveel, het werd een beetje emotioneel allemaal. Twee weken later zei ze: “Moet je toch nog een keer doen, als het niet bevalt dan doe je het niet meer!”. Daarna is het steeds beter gaan bevallen. Vrienden gemaakt, echt goede vrienden. Er heel veel aan gehad, je kunt er je ei kwijt. Mensen die hetzelfde meemaken en weten waar je het over hebt. Dat is heel belangrijk. 

 

Voor jou was het in het Rouwcafé vrienden maken en dan buiten het Rouwcafé om ook afspreken hè?
Ja, dat klopt en ik hoor dat wel meer. Dat mensen elkaar tegenkomen, samen gaan fietsen of naar een fietsclubje gaan. Bijna vier jaar geleden kwamen wij elkaar tegen in het Rouwcafé. Het is begonnen met de groepsgesprekjes en dat klikte enorm. En één van de dames stelde voor dat we bij haar op de koffie zouden komen en dat hebben we gedaan. Daar hebben we een traditietje van gemaakt! Een maandje later bij mij op de koffie! De zomer kwam eraan en er werd voorgesteld: zullen we gaan fietsen? Dan gingen we fietsen. Zo deden we van alles, ook dagje Amsterdam, dagje Rotterdam, 65+ beurs.
 


En wat bracht het jullie dan? Jullie bouwden een vriendschap op maar wat vond je samen zo fijn?

Wij konden met z’n vieren nog veel beter praten met elkaar. Het is intiemer natuurlijk als je thuis bent. Ik denk niet dat er één punt is dat we niet besproken hebben. Alles wat je maar kunt bedenken is voorbij gekomen. En we hebben zitten janken van het lachen maar ook zitten huilen bij elkaar. Dat kon allemaal. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik e niet bij hoorde, omdat ik er als man bijzat. Totaal niet. Dat ligt natuurlijk ook een beetje aan de dames. 

 

En aan jou! 

Ja, ik heb er echt de eerste twee jaren heel veel aan gehad! En wij aan elkaar! Elkaar ergens doorheen slepen. Wat bijvoorbeeld regelmatig besproken werd was een nieuwe relatie zoeken. We hadden er één bij die vanaf dag één heel pertinent was: ik blijf niet alleen. Ik ga op zoek. En elkaar volgen of het lukt. En dan ga je zelf ook eens kijken. Dan kwamen we weer bij elkaar: heb je nog een date gehad? Zo ging dat. Alle belevenissen daaromtrent werden besproken. En door het delen werd het ook makkelijker. Ik ging ook een keer koffie drinken met een vrouw en dat viel zwaar tegen. En bij een ander was het dan ook al een paar keer tegengevallen, dus dat hielp! Maar we konden dat allemaal delen! 


Je leert wel enorm van elkaar, denk ik. En er is ruimte om te zeggen waar je mee zit.
Ja, geen blad voor de mond, niks waar we het niet over konden hebben. Wat we nodig vonden of wat naar voren kwam werd besproken. Twee hebben er nu een vaste relatie. Eèn is bezig met daten, dat hebben we een beetje gestimuleerd. Maar we hebben wel gelijk gezegd: die koffie één keer in de maand blijft. Eén vrouw kiest ervoor om geen relatie te zoeken. De laatste 12 jaar van het leven van haar man heeft ze voor hem gezorgd en kon ze niks anders doen. En nu kan ze doen en laten wat ze wil. Ze geeft aan dat ze het nog nooit zo goed heeft gehad als nu. 

 

Je bent van deelnemer in het Rouwcafé gegroeid naar begeleider. Hoe is dat voor jou?
Ik heb heel veel aan het Rouwcafé gehad en ik gun dat anderen ook. Als er 100 vrijwilligers zouden zijn geweest dan was ik geen vrijwilliger geworden. Maar er is een vrij minimale bezetting. Op een gegeven moment kwam de vraag zou je dat willen en kunnen doen? Ik zag het mezelf wel doen, heb het geprobeerd en het bevalt me wel. Al 2 jaar en ik blijf het doen. 

 

Zou je nog iets willen vertellen als inspiratie? 

Mensen zeiden wel: als je bij het Rouwcafé betrokken bent, blijf je dan niet in de rouw hangen? Maar het heeft me er juist uitgehaald. 

Nog iets wat via het Rouwcafé gekomen is: Ik hoorde er dat iemand op een koor zat. Ze gaf aan dat ze mannen konden gebruiken! Er was een concert voor het 50-jarig bestaan van het koor, waar ik heen ging om te luisteren. Ik bleek een aantal mensen te kennen. Ik ben erbij gegaan en daar heb ik tot de dag van vandaag nog geen spijt van. 

Het is voor veel mensen fijn, dat je in het Rouwcafé mensen treft die hetzelfde meemaken en meegemaakt hebben. Ik denk dat dat ook de uitstraling en het reclamebord van het rouwcafé moet zijn. Men zeurt hier niet dat je het een plekje moet geven. Veel mensen weten gewoon niet wat er met je gebeurt als je iemand verliest. Die kunnen dat ook niet weten. Ze denken wel dat ze het snappen maar ze snappen het niet. Als je het niet zelf hebt meegemaakt hebt kun je dat echt niet beseffen.

 

En juist in het Rouwcafé is de herkenning er? 

Ja en dat is zo fijn. 

 

Kun je vertellen wat voor jou goed gewerkt heeft nadat je vrouw overleden was, waar je veel aan hebt gehad? Dat heb ik mezelf eigen gemaakt? 

Niet bij de pakken neer gaan zitten. Actief blijven en dingen opzoeken. Daar had ik niet altijd zin in. Ik ben vrij snel alleen naar de stad gegaan om alleen op het terras een kopje koffie te pakken. En de eerste keren zat ik er met tranen in mijn ogen. Dan zag ik een echtpaar langskomen, hand in hand, dat is vervelend. Pijnlijk. Dus die eerste keren is vervelend, maar de derde keer komt er een buurman voorbij, die komt erbij zitten, gezellig. Ik heb ook wel zondagen tegen het plafond aan zitten kijken. Dat maakt iedereen mee. Maar dan dacht ik: ik kan ook even de stad inlopen. Of op dinsdagmorgen naar de markt. Daar was ik jaren niet geweest maar toen ging ik elke week. Om even eruit te zijn, bakkie koffie bij de Hema en dan kom je ook weer mensen tegen. En wat wij met het subgroepje van het Rouwcafé, met z’n viertjes, gedaan hebben, dat is goud! 

Maar je moet het wel zelf doen. Zelf de deur uit. Je moet zelf dingen zoeken om eruit te gaan. Ik kook wel zelf. Pak geen magnetron maaltijd. Gewoon aardappels, groente en vlees. Zo ben ik bezig en heb vers eten. 

 

Zo zorg je goed voor jezelf! 

Ja, je moet aan jezelf denken. Jezelf voorop stellen. Soms doen mensen dat op een negatieve manier, door zichzelf zielig te vinden. Ieder mens is anders, maar probeer de positieve kant te zien. Je bent alleen, dat is onherroepelijk, maar probeer daar dan het beste van te maken, zover je kunt. 

 

Er is een nu weer een vrouw in je leven? 

Ja. Deze situatie verzacht natuurlijk wel enorm. Ik kan rustig zeggen dat het gemis van mijn echtgenote er niet meer is. Toen ik mijn vriendin leerde kennen heb ik ook met de billen bij elkaar geknepen gelopen en gedacht: hoe kan dat nou en: wat zal de wereld wel niet zeggen. Maar het klikte dat en ik had lak aan de commentaren. Dan heb je het goed samen en is er niks mooiers. Binnen twee jaar na het overlijden van mijn vrouw leerde ik haar kennen. Dat lijkt vrij snel maar ik heb 18 jaar voor mijn vrouw gezorgd. Ik heb 18 jaar geen huwelijk gehad, mijn vrouw heeft een herseninfarct gehad en zij was daardoor veranderd. 

 

Het was allang niet meer de vrouw waar jij verliefd op geworden bent. 

Nee, maar als ze er nu nog geweest was, had ik met liefde en plezier nog voor haar gezorgd. Anders houd je dat geen 18 jaar vol. Maar het was bij tijden zwaar, doordat ze veranderd was... Daarom was het na haar overlijden wel tijd om mezelf voorop te zetten. Of en wanneer er een ander komt weet je niet. Ik kan nu rustig zeggen dat ik mijn leventje weer op de rit heb. Ik ga een avondje biljarten, een avondje zingen, zondags in de kerk zingen, soms naar het Rouwcafé, naar de eetgroep in de Hille. Zulk soort dingen allemaal, beetje bezig zijn, beetje onder de mensen blijven. In het begin met Greet gingen we om de zondag dansen in de Hille, je moet een beetje aan de gang blijven. 

 

En wie zou jij willen kiezen voor het volgende interview? 

Een andere insteek van rouw en een jonger iemand, ik kies voor Marieta. Daar moest ik wel aan wennen, rouwen om het verlies van je baan. Lijkt heel anders dan je partner verliezen. Maar het is ook rouw. Mooi om haar verhaal te lezen. 


Dank je wel, ik ga haar vragen! En dank voor je verhalen en ervaringen, we hopen dat het mensen kan inspireren.



Freddy van Eerd

Op 14 oktober 2021 - De vragen worden gesteld door Jeanette


Hoi Freddy, fijn dat ik je mag interviewen voor het Rouwcafé. Hoe ben jij bij het Rouwcafé betrokken geraakt?

Volgens mij kwam ik Germien tegen bij een netwerkbijeenkomst. Zij vertelde mij dat ze via Chantal Nicolasen haf gehoor van het bestaan van een rouwcafé. Dat wilde zij in Oss ook opzetten en had daarvoor vrijwilligers nodig. Ze heeft me uitgelegd wat het Rouwcafé inhield. En aangezien ik natuurlijk mijn uitvaartbedrijf Tempus Uitvaartzorg heb, en daardoor met mensen in aanraking kom voor, tijdens en na de uitvaart, weet ik wat rouw met mensen kan doen. Weet ik ook hoe belangrijk het is om je verdriet, je verhaal, te kunnen delen met gelijkgestemden. Ik juichte dat initiatief dus erg toe. en ik wilde daar graag mijn bijdrage aan leveren. 

Germien heeft er vooral voor gezorgd dat er bekendheid kwam, en geregeld dat we subsidie kregen van ‘Oss Innoveert’.  Zo kon ze een website laten bouwen en folders laten drukken, die toen bij allerlei instanties zijn gebracht. Zij heeft ook instanties dusdanig benaderd, zodat ze wisten dat we er waren. En dat heeft geresulteerd in het eerste begin ergens in januari 2017. Tijdens de eerste bijeenkomst kwamen er tot onze grote blijdschap, (beetje raar in dit verband) maar liefst 12 deelnemers. We hadden een taart gekocht om te vieren dat we van start waren en we hadden te weinig taart! 


Wat grappig! Wat een mooie start was dat met 12 mensen!

Het is mijn ervaring dat nabestaanden in de week rondom het overlijden gigantisch worden geleefd waardoor ze dus helemaal niet toekomen aan echt beseffen dat er een dierbare is overleden, laat staan dat er al iets van verwerking plaats vindt. Maar goed, dan is de uitvaart geweest, maar dan begint het missen eigenlijk pas echt. Dan zitten mensen alleen en dan valt de stilte heel erg zwaar. Langzamerhand daalt het pas in wat het inhoudt dat die persoon waar zij zo van hielden, er niet meer is. Als ze geluk hebben is hun familie- vrienden en kennissenkring dusdanig hecht dat zij daar heel veel steun aan hebben. Dat ze er ook gewoon altijd terecht kunnen waardoor het verweven van verdriet in hun leven uiteindelijk gebeurt. Er is een tijd voor en een tijd het leven met,  na maar uiteindelijk kunnen zij langzamerhand opkrabbelen en doorgaan. Maar er is ook een hele grote groep die in een groot gat valt. Waar bezoek nog wel komt, maar niet meer durft te vragen: hoe is het vandaag met je. Waar denk je aan, wat mis je. Veel mensen weten eigenlijk niet hoe ze met de rouwende om moeten gaan waardoor de rouwende zijn verhaal niet meer durft te vertellen. Op rouwen rust nog steeds een taboe. De rouwende denkt: begin ik er alweer over, dat moet ik maar niet doen. En dan… is er het Rouwcafé.

Het mooie van het Rouwcafé is mensen kunnen keer op keer hun verhaal vertellen met gelijkgestemden die weten wat het is en die weten waar iemand doorheen gaat. Nou, dat is gewoon heel erg fijn. En natuurlijk rouwt iedereen op zijn of haar manier. Iedereen is immers anders. Maar ik ben heel blij dat het Rouwcafé is gestart. Dat het nog steeds bestaat wil zeggen dat er behoefte aan is! 


Mooi ja, en heb jij zelf ervaring met het verwerken van rouw? Hoe is dat in jouw leven?

Ja, ik heb al heel veel mensen verloren. De meest nabije zijn mijn ouders en mijn echtgenoot. Ik was 10 jaar volgens mij toen ik de allereerste die mij dierbaar was, verloor. Dat was mijn naamgenoot en vriendje Freddy.  Zijn dood kreeg ik volkomen onverwacht te horen.. Ik ging naar de bakker om brood te halen en die zei: goh, weet je al dat Freddy dood is! Nou dat was zo plompverloren, ik ben als een gek naar huis gefietst en inderdaad vertelde mijn moeder dat het klopte. Hij is verongelukt en dat was het. Ik ben naar bed gegaan.  De volgende ochtend stond ik op en zei tegen mijn moeder: “Ik was gelukkig bijna vergeten dat Freddy dood is. Maar ja, hij is echt dood toch?” En toen zei mijn moeder iets ’troostrijks’ in de trant van: hij is nu een engeltje in de hemel dus hij is nu gelukkig! Nou en eigenlijk was het dat. Dus daar heb ik zelf mee moeten dealen. Dat was de eerste. Het tweede overlijden dat ik meemaakte, was van mijn lievelingsneef van 17 jaar, waar ik heel veel mee optrok. Ik was toen 16 jaar. Hij is overleden na een kleine ingreep in het ziekenhuis. Hij bleek een ziekte te hebben die alleen naar boven kwam tijdens een narcose. Dus die was ook in één keer weg. Zo heb ik al veel mensen jong verloren. Mijn echtgenoot was ook pas 50 jaar.


Het omgaan met rouw is wel in jouw leven verweven, kan ik dat zo zeggen?

Ja. Ik denk ook niet dat het toeval is dat ik in de uitvaartbranche terecht ben gekomen. 


Precies, en hoe naar het ook klinkt maar je bent dus een enorme ervaringsdeskundige. Dus je weet ook hoe belangrijk het is om dat luisterende oor te krijgen.

Ja, zeker, vooral het luisterende oor. Er zijn mensen die het goed bedoelen met opmerkingen van: hij is goed af, want hij had zoveel pijn. Of: hij was al zo oud. Is allemaal lief, mensen bedoelen het goed, maar soms wil je alleen maar een luisterend oor. Mensen hoeven eigenlijk helemaal niks te zeggen of alleen maar een keer mm-mm. Luisteren is belangrijk, laat nabestaanden maar vertellen zodat ‘het’ eruit komt. Ik zie het dan zo: elke keer als je weer wat vertelt, gaat er weer wat uit je hoofd en lijf en komt er langzaamaan iets meer ruimte voor andere dingen. Ik denk dat het zo werkt, dat er steeds meer ruimte komt zodat jij weer meer kunt gaan leven.


Wat een mooi beeld 

Dat is zoals ik het zie. 


Dank je wel voor je ervaring delen. Dat is heel belangrijk, zeker voor mensen die net een verlies hebben en die niet zo gewend zijn aan het uiten van het verlies, je kunt het mooi verwoorden dat het zo belangrijk is. 

Ja, het is fijn als wij in het Rouwcafé die veilige plek kunnen bieden. Wat verteld wordt, blijft ook binnen het Rouwcafé. Dat zeggen we ook altijd heel duidelijk, als mensen komen: alles wat hier verteld wordt blijft hierbinnen. Neem het ook niet op je schouders mee, hun verdriet is niet van jou, het is van de ander, je hebt het alleen gehoord. Op het moment dat je weer naar buiten gaat, veeg je je voeten zodat je het ‘vuil’ achterlaat. Je neemt alleen je eigen rugzak weer mee…


Mooi, ja. Je neemt je eigen rugzakje weer mee.

Precies.


Niet wat van een ander is, mooi gezegd Freddy. Is er nog iets wat je hierover zou willen zeggen?

Het zou nog meer bekend mogen worden dat mensen die een groot verlies hebben geleden, steeds meer hun weg naar het rouwcafé vinden, in de hoop dat ze er voldoende kwijt kunnen, zodat zij langzaamaan weer verder kunnen met hun leven, met leven, met het leven. Dat dat weer kan op een manier die hen werkelijk weer gelukkig maakt. 


Dat is ook jouw ervaring, dat je doorgaat en dan 

Ja, het gaat langzaam. Na Peters overlijden had ik bijvoorbeeld dat mijn laatste gedachte ’s avonds aan hem was en de eerste gedachte als ik wakker werd ook. En langzamerhand, in een keer kreeg ik in de gaten: hé ik heb gisteravond niet aan hem gedacht toen ik in slaap viel, hé ik had vanmorgen dit en dat te doen en ik heb niet aan hem gedacht. 


Dan komt er al een beetje ruimte

Ja, dat is heel erg mijn ervaring. En inderdaad de eerste dag nadat de uitvaart was geweest, was de bubbel waar ik in zat, wanneer je bezig bent om de uitvaart te regelen, voorbij en moest ik opstaan. Ik had zoiets van: hoezo moet ik opstaan, ik wil gewoon blijven liggen, dekens over me heen en stik er maar in met je wereld. Maar ik had gelukkig nog een zoon thuis, die hielp me. We moesten dingen opruimen, daarvoor ben ik opgestaan. Samen met zijn vriendjes hebben we dat gedaan.


Dat er ergens een lichtpuntje was waarvoor je er wel uit kwam

Ja, dat er iets was, waardoor ik eruit moest. Verder met leven… En dat is gelukt dankzij lieve mensen om me heen. Een rouwcafé as er toen nog niet…


Okee, dank je wel voor dit interview en een mooie inkijk in jouw ervaringen met rouw. Nog één vraag: wie zou je kiezen voor het volgende interview?

Adri.


Komt goed Freddy en dank je wel voor je inzet voor het mooie Rouwcafé!

 


Germien, oprichter van het Rouwcafé Oss

Bij ‘t Hof op 9 september 2021 - De vragen worden gesteld door Jeanette



Hoi Germien, fijn dat ik je mag interviewen voor de Nieuwsbrief van het Rouwcafé. En ik ben benieuwd waardoor het Rouwcafé ontstaan is.

Ik heb de HBO-opleiding Rouw- en begeleidingskunde gevolgd in 2015/2017 en toen moest ik een rouwproduct ontwikkelen.
Ik ben toen in contact gekomen met Chantal Nicolasen via Freddy van Eerd. Chantal gaf aan dat er ergens in Brabant een Rouwcafé was. Daar ben ik gaan kijken, ik vond het zo’n mooi concept. Ik wilde dit graag opzetten omdat het belangrijk is voor mensen dat ze laagdrempelig ergens aan kunnen schuiven. Ze kunnen ’s ochtends niet altijd beslissen om te gaan. Dan is de vrijblijvendheid fijn. Helaas door corona moet nu wel aangemeld worden, maar de opzet was binnenlopen wanneer je er behoefte aan hebt. Dat was de intentie.



Wat zijn de ontwikkelingen in het Rouwcafé?
Chantal, Freddy en ik waren blij verrast dat er al gelijk 12 mensen kwamen! We hadden een klein slagroomtaartje geregeld en hoopten dat dat genoeg was! Dat was heel fijn! En er kwamen steeds meer mensen. Eigenlijk te vol voor de ruimte die we hadden, maar een grote ruimte was ook niet gezellig.

We zijn toen een Stichting geworden en ook in de avonden bijeenkomsten gaan organiseren zodat er iets meer spreiding was. De eerste twee jaar kregen we subsidie van Oss Innoveert. Daarna moesten we voor onszelf gaan zorgen. Dat was best lastig om te doen en ook om de juiste mensen te vinden die dat kunnen doen. We hebben het nog een jaar gered en voor 2020 hebben we nog een jaar subsidie gekregen van de gemeente. Nu is de sponsorcommissie natuurlijk opgezet en die doen goed hun best om geld binnen te krijgen.

Met de tijd is ook veranderd dat ook deelnemers begeleiders en gastvrouwen geworden zijn. We hebben een warme club van vrijwilligers die steeds groter werd, is heel betrokken en het is gewoon fijn.

Voor mij werd het coördinatorschap in combinatie met mijn werk als rouw- en verlies therapeut teveel en ik ben heel blij dat Jeanette deze taak van me over heeft genomen. Het gaat allemaal hartstikke goed, fijne samenwerking: dat ik als voorzitter van bovenaf mee kan kijken, er af en toe aan mijn haren getrokken wordt of ik aan mag haren trekken!

Hoe mooi dat we nu na coronatijd kunnen starten met een leuke avond voor de vrijwilligers als dank voor hun betrokkenheid en met doel om weer met nieuwe energie aan de slag te mogen.



Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in aantocht?
De Sponsorcommissie gaat de Vrienden van het Rouwcafé opzetten zodat er meer stabiliteit is en wat ook heel leuk is dat we nu een pilot op gaan starten van Ontmoet Anders en Jong Ontmoet. Dat zijn twee ontmoetingen die op een creatieve, actieve manier bij elkaar komen waar niet praten over rouw als eerste staat maar het ontmoeten. En als er dan gepraat wordt is dat helemaal prima. We gaan dan kijken of mensen daar enthousiast over zijn. En dan hopen we dat we daarmee verder kunnen in 2022! Ontmoet anders is voor mensen in het algemeen en Jong Ontmoet is echt voor mensen van 16 tot 30 jaar. Dat jongeren elkaar wat meer kunnen treffen.



Jong Ontmoet is nog niet in deze omgeving? Iets unieks?
Indigo heeft wel groepen voor jongeren maar dan volg je een aantal bijeenkomsten. Dit is echt zelf kiezen wanneer je aansluit. Er zijn geen verplichtingen.

Dat is ook het unieke van het Rouwcafé zelf, er zijn geen verplichtingen. In eerste instantie dacht ik dat mensen 1, 2 of misschien 10 keer zouden komen maar er zijn mensen die zoveel kunnen halen bij het Rouwcafé dat ze het Rouwcafé blijven bezoeken en veel verdieping vinden. En dat is heel mooi. Dat had ik van tevoren niet zo gedacht.



Dus je was eigenlijk verrast over wat het Rouwcafé brengt!
Ja!



Wie zou jij graag geïnterviewd zien voor de volgende nieuwsbrief? Dan maken we er een terugkerend item van!
Freddy!



Ga ik voor zorgen! Dank je wel, mooi initiatief! Veel succes!
 


Share by: